3.5.2. Nieuwjaarswens

In de familie zijn enkele fraaie tekeningen bewaard gebleven, waarvan één de aandacht voor de herkomst trekt.

Deze pentekening is ingekleurd met verf: buiten roze, binnen geel, krans groen en tekstblok wit.  De teksten leveren de volgende gegevens op:

Uwe: onderdanigste Klijn Zoon
J:A: von Meijenfeldt.
Rotterdam d: 1. Januarij 1811….

De afzender van deze tekening is Jan, de zoon van de stamvader, maar in werkelijkheid is de auteur de stamvader zelf. Jan is op dat moment twee jaar oud, de kwaliteit van de tekening is uitmuntend en soortgelijke tekening met een soortgelijk handschrift zijn wel door de stamvader zelf ondertekend.

Nieuw-Jaar Wensch. Aan Mijn
Waarde Grootvader, Grootmoeder en Tante.

De tekening is een wenskaart voor het nieuwe jaar 1811. Deze is gericht aan grootvader, grootmoeder en tante. Is dat dezelfde grootvader als bedoeld in de brief van Carl, dus de Zweedse veldmaarschalk. Die spanning kan hier alvast worden weggenomen: het zal blijken dat het hier om de ouders en zus van de echtgenote van de stamvader gaat.

Daar het Oude Jaar is verdweene
En het nieuwe is verscheene
Zo vordert mijne pligt
Dat door mij des alle Menschen
Alle mijne harte Wenschen
Aan U worden toegerigt
De Heer schenk U een Jaar van Zegen
Wij Leijde U op al Uw Weege
En geen en wat U Hart verlangt
Wij doen U deez Dag nog veelmaal loven
En Sterft gij dan sterf in den Heere
En dat U Ziel genaa ontvangt

Dit 12-regelig gedicht is plechtig en religieus van aard. Het Nederlands is van een hoog niveau voor iemand die de eerste 33 jaar van zijn leven Duits spreekt en schrijft. De daaropvolgende 17 jaar is hij weliswaar in Nederlandse dienst, maar vaart met voornamelijk buitenlands volk.

De tekst is omkaderd met muren en vier hoektorens, omkranst met een groene laurierkers met een koningskroon boven en een gestrikt lint onder.

De muren met hoektorens doen aan het hartschild van het Zweedse geslacht denken en de gravenkroon zeker. Een tekst met laurierkrans en met kroon en lint is op de afdeksteen van het familiegraf te vinden: 

Afdeksteen Meyerfeldtsche Gruft, St. Andreas Kirche Nehringen.
Foto: Lester von Meijenfeldt (2022)

De tekening komt in detail overeen met deze afdeksteen. Hoewel lijnen, kronen en lauriertakken niet uniek zijn, is de combinatie zo sterk gelijkend dat van toeval geen sprake kan zijn. De stamvader kan van de afdeksteen een schets hebben gemaakt of van iemand gekregen.

De laatste twee regels van de Nieuwjaarswens gaan over sterfelijkheid. De tekst op de afdeksteen gaat begrijpelijk geheel over sterfelijkheid:

Mensch bedenck deine Stirblichkeit
Halt dich bereit Bereue deine Sünde
Zu rechte Zeit da mit du nicht
Verschertzt die Sehligkeit. 

De laurier en de eerste regel van de afdeksteen staan voor het gebruik van een slaaf om een lauwerkrans boven het hoofd van de triomferende ceasar bij terugkomst in Rome te houden en voortdurend te zeggen “momento mori” en “memento te hominem esse“, teneinde grootsheidswaanzin te voorkomen.

Terug   ***   Verder