PERSOONSDOSSIER | ||||
← Stamboom *** ↓ Portretten *** ↓ Levensloop *** ↓ Kranten ↓ Bibliografie *** ↓ Documenten *** ↓ Verhalen |
||||
GENEALOGIE | ||||
Nk.24. Frederik Hendrik (Frits) von Meijenfeldt, * 23-10-1919, † Delfzijl 28-11-2000, predikant, ∞ Arnhem 03-08-1940 Bertha Geerink Bakker, * 03-05-1919, † Hilversum 25-01-2013, juriste, dochter van Gerard Willem Bakker (1889-) en Fokkelina Bootsma (1890-), kinderen zijtak Bakker. |
||||
PORTRETTEN | ||||
LEVENSLOOP | ||||
Frits: Doctor theologie (Vrije Universiteit); Gereformeerd predikant Harmelen; Predikant Noordwijk-Binnen; 1952 Predikant Amersfoort; 1953 Leraar godsdienst Corderius Lyceum Amersfoort; 1954 Predikant Leiden; 1955 Leraar godsdienst Christelijk Lyceum Gouda; 1961 Predikant Hilversum-West; # Hilversum, Delilaan 7; 1961 Leraar godsdienst Christelijk Lyceum Hilversum; 1965 Voltijds leraar godsdienst Comenius College Hilversum; 1967-1970 Docent filosofie Christelijke Sociale Academie De Nijenburgh Baarn; 1972 Predikant Hilversum-Centrum; Lid Deputaatschap voor bestudering oorlogsvraagstukken Gereformeerde Kerken; 1983 Predikant Nieuwolda en Woldendorp; 1984 Emeritaat; # Woltersum, Gorterweg 16; 1984-1989 Hulpdiensten Nieuwolda en Woldendorp; 01-11-1992 # Delfzijl, Groenland 17. Bertha: |
||||
KRANTEN | ||||
BIBLIOGRAFIE | ||||
Frits: — Wat is de mensch? (vooral n.a.v. L. v.d. Horst, Antropologische psychiatrie), Bezinning 1947, blz. 316-324, ART. — Het vraagstuk van de principiële vorming der jeugd, Rede voor de 36e jaarvergadering van de Bond voor Gereformeerde Jeugdorganisatie, Onze Jaarvergadering, Utrecht 1948, ART. — Nieuw Maleis studie- en woordenboek; leerboek voor de practische oefening van de beschaafde spreek- en schrijftaal volgens een nieuwe woord- en beeldmethode, ‘s-Gravenhage 1949, 212 blz., BK. — Snel Maleis leren, Kanarieboekje nrs. 187-189, elk ruim 60 blz., ‘s-Gravenhage 1949-1950, BK (3 delen), FA (deel 187 Grammatica en deel 188 Conversatie). ♣ — Het hart (Leb, Lebab) in het Oude Testament, Dissertatie Theologie, 1 december 1950, Vrije Universiteit Amsterdam, Leiden 1950, 225 blz., BK, ♣ — met anderen, Gereformeerden, waarom?, feestbundel 25-jarig ambtjubileum prof.dr. D.H.Th. van Vollenhoven, Delft 1951, BK. — De diaken als componist der gemeente, ‘s-Gravenhage 1955, 63 blz., BK. ♣ — De christelijke levenswandel, Wageningen 1957, 175 blz, BK, ♣ — Kerkelijk vooruitzicht, Wageningen 1959, 160 blz., BK, ♣ — The Meaning of Ethos, Three Lectures Given at the Unionville Study Conference of the Association for the Advancement of Christian Scholarship on August 27-29, 1963, Toronto/Banff, RAP. — Godvergetelheid? Nederlands Theologisch Tijdschrift 1964, blz. 433-439, ART. — Indien uw oog eenvoudig is zo zal uw gehele lichaam verlicht wezen, feestbundel afscheid prof.dr. K.J. Popma. — In zekere zin. Gedachten over waarheid, bijbel, geloof en kerk, Hilversum 1975, 137 blz., BK, ♣ — Minister en Magister. Bijbels Beraad over de Staat, Hilversum 1976, 138 blz., BK, ♣ — vertaald uit Engels: Lewis B. Smedes, De nieuwe werkelijkheid; existentie en situatie van de mens in gemeenschap met Christus (oorspr. All things made new: a theology of man’s union with Christ), Hilversum 1977, 244 blz., BK. — Tien tegen één; tien geboden, één geest, Hilversum 1978-1980, 5 x BK. ♣ — De tien woorden, Gereformeerde Vrouwenbond, Baarn 1982, 550 blz, brochure. — Messiaans alternatief: De Tien Geboden, Kampen 1987, 164 blz., BK. ♣ — Anders liefhebben, theologisch-filosofische beschouwing over de liefde, Kampen 1988, 107 blz., BK, ♣ Bertha: |
||||
DOCUMENTEN | ||||
Overlijdenskaart Frits | ||||
Overlijdenskaart Bertha |
Eerste deel van de toespraak van zoon Carl aan het einde van de Dienst van Woord en Gebed gehouden ter nagedachtenis van zijn vader op maandag 4 december 2000 in “De Ark” te Delfzijl:
Indië: Hij heeft er een gelukkige tijd gehad. Uit zijn verhalen kwam een jongen naar voren die genoot van de vrijheid en ruimte die hij er had.Hij was soms de enige blanke jongen in een klas. Het heeft hem en zijn ideeën over kolonialisme (en de Nederlandse rol daarin) gevormd. Hij was wild. Anders dan zijn vijf jaar oudere broer Gerard vocht hij veel. Hij werd gepest om zijn grote kort geknipte kop. Hij wist zelf ook van pesten. Hij kon nog steeds lachend vertellen hoe hij de randjes van de koek wegpakte die Gerard er net zorgvuldig af had gehaald om als laatste op te eten. Hij had een groot respect voor zijn vader, die rechter was. Van de bootreizen naar Holland voor het grote verlof genoot hij. Hij heeft nooit terug gewild. Zijn herinneringen waren hem te dierbaar. Hij wilde die intact laten.
Zijn middelbare schooltijd in Haarlem: Dit is een sombere tijd geweest met een werkloze, gefrustreerde en driftige vader, eenzaam in het gesloten gezin met een oudste zuster die schizofreen werd en een moeder die overvleugeld werd door haar inwonende, ongetrouwde zuster. Van school moest hij niet veel hebben. Op ons heeft hij overgebracht dat je jezelf moest ontwikkelen. School zag hij als een horde die je natuurlijk moest nemen.
Zijn studententijd: zijn roeping werd duidelijk, zijn studiezin bleek, hij ontplooide zich en hij ontmoette mijn moeder. Hij kon mooi schetsen hoe ver de gezinnen Bakker en Von Meyenfeldt van elkaar afstonden. Een sfeer van lichtheid en vrolijkheid stond tegenover sombere soberheid.
Zijn werk: Hij heeft in diverse gemeenten gestaan. Van Amersfoort herinner ik mij de kwestie “Leenhouts”. Leenhouts was predikant in de classis Amersfoort. Hij had visioenen en hij werd als het ware gedwongen om op te schrijven wat hem in die visioenen werd gedicteerd. Zijn tong was daarna geblakerd. Vanuit de classis werd nieuwkomer F verzocht hierover te rapporteren. F had zodoende Leenhouts leren kennen. Hij had waardering en respect voor hem gekregen. Leenhouts’ visie deelde hij niet zolang hij de visioenen niet zelf kreeg, zo zei F. Van Leenhouts’ integriteit was F echter overtuigd. Leenhouts heeft gedesillusioneerd de kerk verlaten en F is door hem te verdedigen bijna geschorst. Kort daarna werd hij tot zijn verbazing beroepen in Leiden. F, mijn moeder en oudste zuster vertrokken naar Leiden. Omdat er nog geen huis voor hen was, leefden zij circa drie maanden in twee klaslokalen van een school. Ik was in die tijd met mijn jongste zuster bij mijn grootouders in Arnhem. Het was 1954. F c.s. ontdekten het Chinees eten, want koken konden zij in de school niet. Dat Chinees eten zijn wij daarna als gezin met regelmaat blijven doen.
Het huis dat wij ten slotte kregen was een hoerenkast geweest. Wij hebben er prettig gewoond alhoewel er in onze omgeving mensen waren die ervan overtuigd waren dat het huis onderhevig was aan aardstralen. In Leiden was F enthousiast lid van het gesprekscentrum, een discussiegroep van hoog intellectueel niveau, waar F als enige predikant aan deelnam. Het was een uitdaging voor hem om over kwesties als evolutie en over filosofen als Sartre te debatteren met “andersdenkenden”. Verder herinner ik mij zondagen waar steeds weer beroepingscommissies na de kerkgang op de koffie kwamen. De sigarenpeuken verzamelde ik voor mijn rokersclub.
Hilversum valt uiteen in drie perioden. De eerste periode wordt gekenmerkt door conflicten over het preken. F wilde in elk geval één maal per zondag in zijn eigen wijk preken. De andere dominees wilden rondpreken omdat zij aldus hun preek meerdere keren konden gebruiken. Ik heb een herinnering aan veel spanning en frustratie mede door laster om F heen. Het leidde tot de tweede periode. F was toen full time leraar. Hij gaf al godsdienstles sinds begin jaren 50 in Gouda. Vanwege de afgepaste tijden had hij voor zijn gevoel vakantie (zijn eigen woorden). Hij hield van lesgeven. Het ging hem ook makkelijk af. Hij was een geliefde leraar. Ook als zijn kind was het geen probleem dat hij lesgaf op de school waar je zelf op zat. Les krijgen van hem verhoogde eerder je positie in de klas. Zo’n vader wilden er wel meer. Hij bleef natuurlijk preken. Ik denk dat deze twee Hilversumse perioden voor hem ook zijn gekenmerkt door het opgroeien van zijn kinderen, mijn beide zussen en ik. Ieder op onze eigen wijze zijn wij buitengewoon lastige pubers geweest. De derde periode was hij weer predikant. Hij heeft zich toen volledig ingezet voor het samengaan van de hervormde en gereformeerde kerken.