2.1.7. Legaat

Intussen verhuist Augusta Juliana met haar gezin naar Schabow. Haar echtgenoot Thilow is niet langer inspecteur in Wolfsdorf maar pachter van dat landgoed aan de rivier de Recknitz, net over de grens met het groothertogdom Mecklenburg-Schwerin. Hij ontvangt geen salaris van eigenaar Von Bassewitz, maar betaalt hem een pachtsom uit de opbrengsten van het land. In het dorp baart Augusta Juliana op 28 juli 1794 opnieuw een tweeling: een zoon Albrecht Christian Helmuth en een dochter Ida Elisabeth Wilhelmina. Op 1 augustus vindt de doop plaats in de kerk van het naastgelegen Behren-Lübchin. Vermeldenswaard is dat Augusta Juliana hier Meijerfeld heet. (1)

Hr. Theod. Bernh. Thilow, Pächter zú Schabow. l Augusta Juliane geb. Meijerfeld.

Medio 1795 wordt zij genoemd in het testament van de Zweedse graaf: (2) 

Hij moet haar bijzonder vinden, want hij schenk haar een omvangrijk bedrag van 1.000 rijksdaalder en noemt haar als enige bij naam (naast familieleden en de executeur). Haar persoonlijke details zijn correct in oude spelling: echtgenote van de huidig pachter in Mecklenburg Tilow, vroeger woonachtig op Mederow en met name in haar tweede huwelijk met veel kinderen gezegend. 

De graaf stelt aan de uitkering van het bedrag de nodige voorwaarden:
– nadat de gravin is overleden (dus 22 jaar wachten);
– zonder aftrek van kosten en berekening van rente;
– in handen van haar echtgenoot en niet van haar;
– als garantiefonds voor jaarlijkse sommen, niet als lump sum;
– uitsluitend ter dekking van de pachtsom in Mecklenburg;
– zolang zij nog zelf in leven is en daarna al haar kinderen het restant in gelijke delen.

In Schabow krijgt het gezin twee tegenslagen te verwerken: de 4-jarige Ernst August Wilhelm overlijdt op 18 november 1795 en de 1½-jarige dochter Ida Elisabeth Wilhelmina op 6 januari 1796. Augusta Juliana raakt vrijwel meteen weer zwanger en krijgt op 16 oktober 1796 een zoon Jacob Peter Theodosius (roepnaam Theodor) en op 10 mei 1798 nog een zoon Carl Heinrich. De uitvaart- resp. doopdiensten in de kerk van Behren-Lübchin vinden steeds enkele dagen nadien plaats, steeds met de naam Meijerfeld. (3)

Terug   ***   Verder

1. Evangelische Kirche Behren-Lübchin, Taufen, Heiraten u Tote 1766-1884, Doop fol 117, fol. 122 en fol. 127, Begraaf fol. 523 / 185. Tegenwoordig ligt Schabow als dorpskern in de gemeente Lindholz wel binnen de Landkreis Vorpommern-Rügen, langs de autosnelweg A20.
2. Briefwisseling met Riksarkivet Stockholm 1934 [CG-014] en Stadarchiv Stralsund eind 1984 [CH-59 en CH-63]. De “n” is om grammaticale redenen toegevoegd.
In de zinsconstructie is zij de ontvangende persoon. Dit is te controleren door de vraag te stellen “Wem soll ein vermächtniβ erhalten?” Dit leidt tot de Dativ of derde naamval. Bovendien is het in die tijd gebruikelijk bij vrouwen “in” of kortweg “n” aan de achternaam van de vader toe te voegen. De archivaris van de stad Stralsund schreef in 1984 in de lastige DDR-tijd zelfs dat in de originele tekst Meyernfeldt staat. Bij het openen van de envelop enkele weken later met de gevraagde fotokopie was de teleurstelling dan ook groot toen er toch gewoon Meyern bleek te staan.
3. Evangelische Kirche Behren-Lübchin, Taufen, Heiraten u Tote 1766-1884, Doop fol 117, fol. 122 en fol. 127, Begraaf fol. 523 / 185.