Ga naar de inhoud
Von Meijenfeldt

Von Meijenfeldt

Geschiedenis & Familiearchief

  • Inleiding
    • i. Contact & Rechten
    • ii. Abstract
    • iii. Nieuws
      • Nieuwsbrieven
      • Uit de kunst
      • Overig nieuws
    • iv. Over de naam
      • iv.a. Spelling & Uitspraak
      • iv.b. Verklaring
      • iv.c. Zaken
      • iv.d. Spelfouten
    • v. Eenheden
  • 1. ZWEEDS GESLACHT
    • 1.1. Meijer in Lijfland
      • 1.1.1. Herkomst
      • 1.1.2. Duitse Orde
      • 1.1.3. Oeroude adel
      • 1.1.4. Johann, heer van Bubus, kastelein van Riga
      • 1.1.5. Wolmar, stadhouder over Wenden
      • 1.1.6. Heinrich, ritmeester en landrechter
      • 1.1.7. Wolmar, stadhouder over Padis
      • 1.1.8. Johann, heer van Festen, commandant van Fellin
    • 1.2. Zweedse overstap
      • 1.2.1. Adelstand
      • 1.2.2. Meijer(crantz)
      • 1.2.3. Meijer Duhrenhof
      • 1.2.4. Meijerhelm
      • 1.2.5. Meijer Güldenfeld
      • 1.2.6. Andere Meijers
      • 1.2.7. Stiernman
      • 1.2.8. Hendrich?
      • 1.2.9. Gauhe en Ranft
    • 1.3. Andreas en zonen
      • 1.3.1. Officier en hofmeester
      • 1.3.2. Catharina Wulff
      • 1.3.3. Hoofdinspecteur Oberpahlen
      • 1.3.4. Zweedse adel
      • 1.3.5. Vreemde krijgsdienst
      • 1.3.6. Willem III
      • 1.3.7. Brabant
      • 1.3.8. Het vaderland ontzet
      • 1.3.9. Oversteek van de Düna
    • 1.4. Avontuur
      • 1.4.1. Oponthoud in Litouwen
      • 1.4.2. In Karel’s kielzog
      • 1.4.3. Een eigen regiment
      • 1.4.4. Westelijke mars
      • 1.4.5. Slag om Posen
      • 1.4.6. Danzig & baron
      • 1.4.7. Speciale acties
      • 1.4.8. Saksen bezet
      • 1.4.9. Anna Maria Törnflycht
    • 1.5. Moskovië
      • 1.5.1. Russische grens
      • 1.5.2. Welke route?
      • 1.5.3. Beenbreuk en vrieskou
      • 1.5.4. Slag bij Poltava
      • 1.5.5. Russische gevangene
      • 1.5.6. Omstreden vrijlating
      • 1.5.7. Op Turkse bodem
      • 1.5.8. Nieuwe opdracht
      • 1.5.9. Over de Karpaten
    • 1.6. Pommeren
      • 1.6.1. Weduwnaar
      • 1.6.2. Konstantinopel
      • 1.6.3. Stettin
      • 1.6.4. Graaf
      • 1.6.5. Brita Barnekow
      • 1.6.6. Gouverneur-generaal
      • 1.6.7. Jonge officieren
      • 1.6.8. Keizer en Republiek
      • 1.6.9. Ambten neergelegd
    • 1.7. Hofpartij
      • 1.7.1. Staatsgreep 1756
      • 1.7.2. Terugroeping
      • 1.7.3. Vlak voor Berlijn
      • 1.7.4. Pommerse grens
      • 1.7.5. Louise Sparre
      • 1.7.6. Staatsgreep 1772
      • 1.7.7. Broer- en zuszorg
      • 1.7.8. De drie gratiën
      • 1.7.9. Familieleven
    • 1.8. Afsluiting
      • 1.8.1. Anjala-verbond
      • 1.8.2. Finse grens
      • 1.8.3. Veldmaarschalk
      • 1.8.4. Axels belevenissen
      • 1.8.5. Testament
      • 1.8.6. Serafijnen Ridder
      • 1.8.7. De laatste graaf
      • 1.8.8. Gravin-weduwe
      • 1.8.9. Meijerfeldtse miljoenen
    • 1.9. Registers
      • 1.9.1. Personen
      • 1.9.2. Portretten
      • 1.9.3. Landgoederen
      • 1.9.4. Edelen & Ridders
      • 1.9.5. Wapenschilden
      • 1.9.6. Waarmerken
      • 1.9.7. Handschriften
  • 2. NEDERLANDSE FAMILIE
    • 2.1. Stamvader
      • 2.1.1. Jeugd
      • 2.1.2. Franse vloot
      • 2.1.3. Medrow
      • 2.1.4. Wolfsdorf
      • 2.1.5. Duinkerken
    • 2.2. Admiraliteit
      • 2.2.1. Konstabel
      • 2.2.2. Rede van Texel
      • 2.2.3. Konvooi
      • 2.2.4. Omwenteling
      • 2.2.5. Legaat
      • 2.2.6. Zweedse vrienden
      • 2.2.7. Dubbel ontslag
      • 2.2.8. Bergen
      • 2.2.9. Afrekening
    • 2.3. Bataafs Zeecorps
      • 2.3.1. De Ruijt
      • 2.3.2. Tweede vaart
      • 2.3.3. St Domingo
      • 2.3.4. Op de Wadden
      • 2.3.5. Nijkerk
      • 2.3.6. Pieploo
      • 2.3.7. Boomstraat
      • 2.3.8. Afzwaaien
      • 2.3.9. Rekest
    • 2.4. ’s Lands Werf
      • 2.4.1. De Vest
      • 2.4.2. Bevrijding
      • 2.4.3. Een eigen huis
      • 2.4.4. Vele monden
      • 2.4.5. Nieuwe generatie
      • 2.4.6. Oost-Indië
      • 2.4.7. Zeventig
      • 2.4.8. Stamvader sterft
      • 2.4.9. Nalatenschap
    • 2.5. Stadsfamilie
      • 2.5.1. Twee bruiloften
      • 2.5.2. Kindersterfte
      • 2.5.3. Overplaatsing
      • 2.5.4. Moeder overlijdt
      • 2.5.5. Conserveerder
      • 2.5.6. Stamhouder
    • 2.6. Mannenbroeders
      • 2.6.1. Van der Tas
      • 2.6.2. Schoolstrijd
      • 2.6.3. Rotterdams slot
      • 2.6.4. Trouwerijen
      • 2.6.5. Diaconie
      • 2.6.6. Einde eeuw
      • 2.6.7. Dordrecht
      • 2.6.8. Universiteit
    • 2.7. Vier Takken
      • 2.7.1. Evert Diederich
      • 2.7.2. Tak Van Leusden
      • 2.7.3. Carl Frederik
      • 2.7.4. Tak De Haas
      • 2.7.5. Frederik Hendrik
      • 2.7.6. Tak De Koe
      • 2.7.7. Catharina Margaretha
      • 2.7.8. Hendrik Diederich
      • 2.7.9. Tak Augustijn
    • 2.8. Laatste Eeuw
      • 2.8.1. Nederlands-Indië
      • 2.8.2. Wereldoorlogen
      • 2.8.3. Beatrix Lyceum
      • 2.8.4. Gonsalves
      • 2.8.5. Rode Generaal
      • 2.8.6. Burundi
    • 2.9. Registers
      • 2.9.1. Stamboom
      • 2.9.2. Naamregister
      • 2.9.3. Demografie
      • 2.9.4. Jaarlijst
      • 2.9.5. Kalender
      • 2.9.8. Websites
      • 2.9.9. Wapens en lintjes
  • 3. SPEURTOCHT
    • 3.1. Naspeuringen
      • 3.1.1. Ontploffing
      • 3.1.2. Brief naar Helsingfors
      • 3.1.5. Tijdschriften
      • 3.1.6. Onderzoek 1934-1977
      • 3.1.7. Onderzoek 1978-2000
      • 3.1.8. Gesprekken en brieven
      • 3.1.9. Onderzoek 2000-heden
    • 3.2. Documenten
      • 3.2.1. Nieuwjaarswens
      • 3.3.3. Kerkboeken NL
      • 3.3.4. Medrows legaat
      • 3.3.5. Kerkboeken MV
      • 3.3.6. Volkstelling MV
      • 3.3.7. Vonnis Wismar
      • 3.3.8. Pommerband
      • 3.3.9. Geboortejaar
    • 3.3. Migranten
      • 3.4.1. Huzaar
      • 3.4.1a. Von Meijernfeldt
      • 3.4.2. Jager
      • 3.4.3. Musketier
      • 3.4.4. Vreemde man
      • 3.4.5. Kustvaarder
      • 3.4.6. Zwitser
    • 3.4. Familiegraf
      • 3.5.1. St. Andreaskerk
      • 3.5.2. Kerkhistorie
      • 3.5.3. Begraafboeken
      • 3.5.4. Grafinventaris
      • 3.5.5. DNA-profiel
    • 3.5. Overleveringen
      • 3.1.1. Echte zoon
      • 3.1.2. Gevlucht
      • 3.1.4. Doggersbank
    • 3.6. Afstamming
  • 4. NAAMGENOTEN
    • 4.1. Hessen
      • 4.1.1. Zwarte ram
      • 4.1.2. Altenhaβlau
      • 4.1.3. Knobel
      • 4.1.4. Nageslacht
      • 4.1.5. Afsluiting
      • 4.1.6. Gen Meyer
      • 4.1.7. Gen Meyerfeld
      • 4.1.8. Gen Meyenfeldt
      • 4.1.9. Stamboom
    • 4.2. Tirol
      • 4.2.1. Domproost
      • 4.2.2. Landsadvocaat
      • 4.2.3. Studiebeurs
      • 4.2.4. Genealogie
    • 4.3. Graubünden
      • 4.3.1. Landvoogden
      • 4.3.2. In Staatse dienst
      • 4.3.3. Genealogie
    • 4.4. Bremen
      • 4.4.1. Stuhr
      • 4.4.2. Schildbrief
      • 4.4.3. Genealogie
    • 4.5. Adel rest
      • 4.5.1. Ulm
      • 4.5.2. Palts
      • 4.5.3. Duits
      • 4.5.4. Oostenrijks
    • 4.7. Oostzee
      • 4.7.1. Scandinavië
      • 4.7.2. Balticum
      • 4.7.3. Pruisen
      • 4.7.4. Brandenburg
      • 4.7.5. Pommeren
      • 4.7.6. Mecklenburg
      • 4.7.7. Rostock Wismar
      • 4.7.8. Hannover
      • 4.7.9. Hamburg
    • 4.8. Europa
      • 4.8.1. Nederlands
      • 4.8.2. Midden-Duits
      • 4.8.3. Zuid-Duits
      • 4.8.4. Oostenrijks
      • 4.8.5. Geëmigreerd
    • 4.9. Joods
      • 4.9.1. Crumstadt
      • 4.9.2. Busecker Tal
      • 4.9.3. Vogelsberg
      • 4.9.4. Treysa
      • 4.9.5. Beverungen
      • 4.9.6. Duits rest
      • 4.9.7. Pools
      • 4.9.8. Frans
      • 4.9.9. Rest
  • A. Archieven
    • AD. Duitsland
    • AL. Lijfland
      • AL. Archief Estland
      • AL. Archief Letland
    • AN. Nederland
    • AO. Oostenrijk
      • AO. Stadt
    • AZ. Zweden
  • B. Bibliotheek
    • BA. Antiquariaat
    • BB. Bibliografie
      • Nederland
      • Naamgenoten
    • BL. Literatuur
    • BK. Kranten
  • C. Correspondentie
    • CC. Carl 1876
    • CE. Elly 1994-2009
    • CG. Govert 1934-1966
    • CH. Hugo 1978-heden
      • CH. 1978-1987
      • CH. 1987-1991
      • CH. 1991-1997
      • CH. 1998-2005
      • CH. 2005-2011
      • CH. 2011-2015
      • CH. 2015-2020
      • CH. 2020-2024
      • CH. 2024-heden

Ekman

Carl Christopher Ekman, “Dagbok förd under kriget i Finland 1788-1790”, Helsingfors 1900.


Meijerfelt, general, 47, 50, 54, 74, 88, 89, 100, 101, 103, 117, 119, 120, 122—124, 128, 131, 139, 171, 179, 195, 206, 219, 220, 231, 238

Pag. 47

Den 12 augusti. Ännu hördes ej annat än att ryska flottan seglat bort från Helsingfors och att general Meijerfelt skall kommendera denna kolonn. Gud vet huru nu går, därest han icke är af bättre ull än våra hitintills hafda befälhafvare!
Kontinuation för den 12 augusti. Parolen: Värälä; — lösen: Ummeljoki. Om aftonen kl. 7 ankom generalen Meijerfelt och tog sitt kvarter i Anjala by. Bemälda general skulle emottaga befälet. Af manskapet voro några och 60 man sjuka.

12 Augustus. Er werd nog niets vernomen behalve dat de Russische vloot uit Helsinki was weggevaren en dat generaal Meijerfelt het bevel zou voeren over deze colonne. God weet hoe het nu zal gaan, tenzij hij van betere kwaliteit is dan onze commandanten die we tot nu toe hebben gehad!
Vervolg voor 12 augustus. Het motto: Värälä; — wachtwoord: Ummeljoki. ’s Avonds om 7, generaal Meijerfelt arriveerde en nam zijn intrek in het dorp Anjala. De aangeworven generaal zou het bevel ontvangen. Ongeveer 60 van de bemanningsleden waren ziek.

Pag. 50

I dag antog generalen Meijerfelt befälet öfver den härvarande armén, och Armfelt miste sitt bestyr.

Pag. 54

Den 16 augusti. Parolen: Skåne; —lösen: Halland. Generalen Meijerfelt höll sig ganska stilla, äfven Kaulbars, som nyligen var ankommen. Sådana ordres, som angingo vakter och invärtes ekonomin i armén, vidtogos endast, och de förenade väntade med otålighet på svar ifrån kejsarinnan samt att jjå höra hvad steg konungen samt baron Hastfehr vordo tagande. Den underrättelsen hade man, att konungen, som med gardet, nylänningarna, östgötarna och Elfsborgs regemente samt några skvadroner dragoner ännu låg kvar på ryska sidan vid Högfors i Kymmene socken, var ganska stilla till mods; man kunde ej märka på honom någon orolighet öfver denna uppväxande oro i staten, åtminstone viste han sig tranquill, hvaröfver man skämtade.

16 Augustus. Het motto: Skåne; Wachtwoord: Halland. Generaal Meijerfelt hield zich stil, evenals Kaulbars, die onlangs was gearriveerd. Bevelen als gespecificeerde bewakers en interne financiën in het leger werden alleen aangenomen, en de verenigden wachtten ongeduldig op een antwoord van de keizerin en om te horen welke stappen de koning en baron Hastfehr ondernamen. Er werd gemeld dat de koning, die met de wacht, de nylanders, oost-gothen en Elfsborg en een paar eskadrons dragonders nog steeds aan de Russische kant in Högfors in de parochie van Kymmene was, vrij op zijn gemak was; je kon bij hem geen onrust bespeuren over deze groeiende onrust in de staat, hij leek tenminste kalm, waarover mensen grappen maakten.

Pag. 74

Den 3 september. Parolen: —; — lösen: —. Storfursten har varit på ryska gränsen midt emot Anjala uti en by, som heter Mämmälä. Han har velat tala med generalen grefve Meijerfelt, men generalen har excuserat sig och föreburit, att han ej kunde hafva en sådan ära i anseende därtill, att hans ordres voro att ej träda utan tillstånd på rysk botten, men försäkrat storfursten om all aktning härstädes.

3 sept. Het motto; — wachtwoord: —. De groothertog is aan de Russische grens tegenover Anjala geweest in het dorp Mämmälä. Hij heeft met de generaal graaf Meijerfelt willen spreken, maar de generaal heeft zich verontschuldigd en deed alsof hij in verband daarmee niet zo’n eer kon hebben, dat zijn orders waren om niet zonder toestemming Russische grond binnen te gaan, maar verzekerde de groothertog van alle respect.

Pag. 88-89

Anjala gård blef högkvarteret. Dit följde öfverstarna vid denna armé, såväl som general Meijerfelt och Kaulbars med flere andra officerare.

Pag. 100-101

Den 13 maj. Nu fick man här höra, att riksdagen var afblåst den 27 april, som också är hugneligt. Generalen Meijerfelt skall svikta, och man är bekymrad öfver vår ställning i anseende därtill. Han skall nu vara tvehågsen, och man klagar öfver hans anstalter i anseende därtill. Säkerhetsakten tros hafva verkat denna förändring.

(…)

Således ser man att svenska soldaten är ännu densamma, som han fordom varit; men gifve Gud [att] anförandet kunde en gång blifva så eldigt och nitiskt som forntidens! Man hör ofta ondska och malice, och man berättar att grefve Meijerfelt, som törhända af någon med ålderdomen följande svaghet icke skall kunna förmå sig att taga råd af sina likar, i farhåga att mista något af sitt anseende, skall nu uti generals detaljen betjäna sig af en skrifvares råd till operationernas utförande.

13 mei. Nu kregen we hier te horen dat de Riksdag op 27 april niet doorging, ook dat valt tegen. Generaal Meijerfelt zal falen, en men maakt zich zorgen over onze positie in dat verband. Hij moet nu ambivalent zijn, en mensen klagen wat dat betreft over zijn instelling. De beveiligingswet zou deze wijziging hebben bewerkstelligd.

(…)

Zo zie je dat de Zweedse soldaat nog steeds dezelfde is als vroeger; maar God geve [dat] de spraak ooit zo vurig en ijverig zou worden als vanouds! Men hoort vaak boosaardigheid en kwaadsprekerij, en men zegt dat graaf Meijerfelt, die door een gebrek die met de ouderdom gepaard gaat, zichzelf er niet toe kan brengen advies in te winnen bij zijn leeftijdsgenoten, uit angst iets van zijn reputatie te verliezen, nu zal dienen in het generaalsdetail van het advies van een schrijver voor de uitvoering van de operaties.

Pag. 103

Den 26 maj. Om morgonen kl. 4 återkom kapten Grönvald hit till Heinola ifrån Stockholm. Han berättade, att konungen skall nådigst emottagit officerscorpsens vid Björneborgs regemente inlaga om nåd. Nog skulle man hört samma historier vid detta regemente som vid Åbo läns, om ransakningen fått hafva sin gång. NB. General Meijerfelt har befallt, att undersökningen angående björneborgarena skulle tills vidare upphöra. Nu tro de visst, att konungen ej tillåter någon ransakning om dem vidare, utan har nådigt af seende på deras „päter peccavimus”.

26 mei. In de ochtend om 4 uur. Kapitein Grönvald keerde hier vanuit Stockholm terug naar Heinola. Hij vertelde me dat de koning genadig het verzoek om genade van het officierskorps van het regiment Pjorneborg moet hebben ontvangen. Men zou bij dit regiment waarschijnlijk dezelfde verhalen hebben gehoord als in Turku land, als de zoektocht had mogen plaatsvinden. NB. Generaal Meijerfelt heeft bevolen het onderzoek naar de Björnborgs voorlopig stop te zetten. Nu geloven ze zeker dat de koning hen geen verdere huiszoekingen toestaat, maar genade heeft met hun “päter peccavimus“.

Pag. 117

Det var också för fienden hög tid, ty de svenske voro redan i rörelse, att på ofvanförmäldt sätt knipa honom. Därför skedde ock ryska reträtten så godt som hals öfver hufvud. De hade en gång ej tid att bärga all proviant med sig. 30 tunnor råg lämnades efter, och de hade för resten icke stunder att tänka på några våldsamheter under tillbaka marschen. Således äro nu åter, Gudi ärad, svenska nejderna fria från denna besvärliga gästen. I dag ankom jämväl en kurir ifrån Kongl. Maj: t till grefve Meijerfelt med den hugneliga bekräftelsen att en express till Kongl. Maj:t ankommit ifrån öfverste Stedingk, som passerat stora landsvägen genom S:t Michel utan att känna en gång något os efter ryssarna. Stedingken återtar sina fördelar i S:t Michel och Kristina.

Het werd ook de hoogste tijd voor de vijand, want de Zweden waren al onderweg, om hem op bovengenoemde manier te knijpen. Daarom vond de Russische terugtrekking hals over kop plaats. Zij hadden zomaar geen tijd om alle proviand mee te nemen. Er bleven 30 vaten rogge achter en voor de rest hadden ze geen tijd om aan geweld te denken tijdens de terugtocht. Dus nu, God zij geprezen, is het Zweedse volk verlost van deze lastige gast. Vandaag is er een koerier van de koning bij graaf Meijerfelt aangekomen met de hooghartige bevestiging dat een bericht van kolonel Stedingk bij de koning was binnengekomen, die de grote landweg door St. Michel passeerde zonder ook maar een spoor van de Russen te voelen. Stedingk en herwint zijn troeven in S:t Michel en Kristina.

Pag. 119

S. d. (6 juli 1789) Gref Meijerfelt, som framtågat till Pyttis kyrka, har måst uppehålla sig i sin marsch något, helst ryssarna bränt upp bron efter sig. Vid Stockfors har han likväl tågat öfver, sedan den därstädes varande bron blifvit något förstärkt. Ryssarna, som ej förmodade sig att denna omväg skulle tagas, helst man midt för konungens näsa ref några gamla lador och rior samt däraf började att formera bro öfver strömmen, där den uppbrända bron varit, drogo sig åter hals öfver hufvud ifrån sina fördelar och redutter vid Pyttis samt lämnade efter sig 30 tunnor mjöl, en stor hop bakadt bröd och deg, som ryska utsvultna bönder under 1000 välsignelser erhöllo af generalen. Mjölet blef för arméns räkning.

Op 6 juli 1789 rukte Graaf Meijerfelt op naar de kerk van Pytti, heeft zijn mars wat moeten uitstellen, omdat de Russen de brug na hem in brand hadden gestoken. Bij Stockfors is hij toch overgestoken, aangezien de brug daar wat verstevigd was. De Russen, die niet hadden verwacht dat deze omweg zou worden genomen, liefst recht voor de neus van de koning, slopen enkele oude schuren en ruimten binnen en begonnen toen een brug te vormen over de beek, waar de afgebrande brug had gestaan, trokken zich weer halsoverkop terug  van hun voordelen en schansen bij Pyttis en lieten 30 vaten meel achter, een grote stapel gebakken brood en deeg, die uitgehongerde Russische boeren tijdens 1000 zegeningen van de generaal ontvingen. Het meel kwam voor rekening van het leger.

Pag. 120

Den 11 juli. Ej heller hände något synnerligt i dag; dock har det förefallit en liten skärmytsel hos grefve Meijerfelt.

Pag. 122

Den 17 juli. Kongl. Maj:t reste i går till Kymmene, där generalen Meijerfelt står med sin kolonn af armén. I dag anlände han dit, och något gissas hafva redan förefallit emellan de svenska och ryska. Gud bevare konungen!

17 juli. De koning reisde gisteren naar Kymmene, waar generaal Meijerfelt is met zijn colonne van het leger. Vandaag is hij daar aangekomen en er wordt aangenomen dat er al iets is gebeurd tussen de Zweden en de Russen. God bescherme de koning!

Pag. 123-124

Den 20 juli. Föregående berättelse bekräftade sig i dag till öfverflöd, men jag håller mig vid medelvägen och vid sanningen. Nog af att detta fördelaktiga pass är i våra händer. Kongl. Maj:t skall hafva rest tillbaka till Liikala läger, och grefve Meijerfelt, som nu blifvit general och således mist sin löjtnant, skall med det första bryta upp och avancera till Summa. Nya vägen är ock i dessa dagar färdig. Kommer Meijerfelt i ryggen på ryssarna, kungen på sidan och på en gång i fronten, så tycks efter •allt mänskligt utseende att ryssen skall komma i klämma.

N. b. Meijerfelt kan bekvämligen komma ifrån Summa på den vägen, som går till Liikala ifrån Fredrikshamn, som följande ritning utvisar*.

* I originalet följer här en liten situationsteckning.

De 20 juli. Het vorige verhaal werd vandaag tot overmaat bevestigd, maar ik blijf bij de middenweg en bij de waarheid. Genoeg dat dit voordelige paspoort in onze handen is. Koninklijke Majesteit moet zijn teruggegaan naar het Liikala-kamp en graaf Meijerfelt, die nu generaal is geworden en dus zijn luitenantschap heeft verloren, moet breken en zo snel mogelijk naar Summa gaan. Ook de nieuwe weg is dezer dagen gereed. Als Meijerfelt in de rug van de Russen komt, de koning aan de zijkant en meteen vooraan, lijkt het alsof de Rus wordt gepakt.

N. b. Meijerfelt kan gemakkelijk uit Summa komen op de weg die vanuit Fredrikshamn naar Liikala gaat, zoals de volgende tekening laat zien*.

* In het origineel volgt hier een kleine schets van de situatie.

Pag. 128

Grefve Meijerfelt, som, å sätt sagdt är, skulle marschera till Summa, men fått ordres för denna olyckshändelse att draga sig tillbaka till Högfors, bekom nu ordres till ny rörelse; och i dag skulle Kongl. Maj:t äfven begifva sig dit.

Graaf Meijerfelt, die om zo te zeggen naar Summa zou marcheren, maar door dit ongeluk de opdracht had gekregen zich terug te trekken naar Högfors, kreeg nu het bevel tot een nieuwe beweging; en vandaag zou de Koninklijke Majesteit er ook heen.

Pag. 131

Den 21, 22, 23 augusti. Alla nätter lefde man nu i oro för ryssarna, och general Meijerfelt vidtog många försvarsanstalter. Här bygges batterier, och tör en dag åter blifva en hård lek.

Op 21, 22, 23 augustus. Elke nacht werd nu geleefd in angst voor de Russen en generaal Meijerfelt ondernam vele verdedigingswerken. Batterijen worden hier gebouwd en durven op een dag weer een stoer spel te worden.

Pag. 139

Den 18 oktober. Herr …. ankom nu ifrån Värälä och berättade att bryggan därstädes af ryssarna blifvit svängd till deras sida om älfven. Den 13 hade en hop ryskt manskap kommit gåendes öfver bron, som hitintills legat häftad emellan ryska och svenska stränderna, utan vapen, försedda endast med yxor. Våra utposter undrade i hvad ärende ryssarna således ankommo och blefvo snart varse att de började skilja bron ifrån vårt land. Rapport af gick genast härom till generalen Meijerfelt, som kommenderade på stället, med afvaktan på ordres vid sådan beskaffenhet. Men generalen hade därvid utlåtit sig, det han redan hade sig ett sådant ryssarnas förehafvande väl bekant, samt att de hade skickat honom bud därom, och att de obehindradt finge svänga till sig bron. Jag för min del studsade hårdeligen härvid, ty jag tyckte att vi hade äfven så stor rätt därtill som ryssen. Mig blef däremot sagdt, att som ryssen en gång hade genom vapen tagit den ifrån oss och efter Kaulbars reträtt svängt den till sin förmån och tjänst ifrån vår till sin sida, så egde han också eganderätten därtill. Och (ehuru) jag sökte bevisa, det man i fält och under ett brinnande krig icke eger någon eganderätt, den ena framför den andra, till något af hvad namn som helst, samt att om den komme i fråga, vi då borde ega däri företrädet, som byggt bryggan af eget virke. Men sådant oaktadt disputerades det mig häftigt, och till slut utan andra skäl, än att jag hade en finsk envishet och kunde ej finna mig i något. Jag ansåg det ej mödan värdt att längre härom ordväxla, utan gaf herr A. … * rätt med en ton och min, som förargade honom långt mera än all gensägelse. Obegripligt förefaller det mig emellertid att man visar och är alltid så benägen att visa nationens fiende så mycken complaisance.

18 oktober. Heer … kwam nu uit Värälä en vertelde ons dat de brug daar door de Russen naar hun kant van de rivier was gezwaaid. Op de 13e was een groep Russische mannen over de brug gekomen, die tot nu toe vastzat tussen de Russische en Zweedse kust, zonder wapens, alleen uitgerust met bijlen. Onze buitenposten vroegen zich af met wat voor zaken de Russen waren gearriveerd en merkten al snel dat ze begonnen de brug van ons land te scheiden. Het rapport hiervan ging onmiddellijk naar generaal Meijerfelt, die het bevel voerde over de plaats, in afwachting van orders in dergelijke omstandigheden. Maar de generaal had toen verklaard dat hij al goed op de hoogte was van een dergelijke poging van de Russen en dat ze hem hierover hadden geïnformeerd en dat ze ongehinderd de brug naar hen mochten zwaaien. Ik van mijn kant stuiterde hier hard op, omdat ik dacht dat we er net zoveel recht op hadden als de Russen. Aan de andere kant werd mij verteld dat, aangezien de Rus het ooit met de wapens van ons had afgenomen en het na Kaulbars terugtocht in zijn voordeel en dienst van de onze naar zijn kant had gezwaaid, hij er ook het recht op bezat. En (hoewel) ik probeerde te bewijzen dat in het veld en tijdens een brandende oorlog men geen eigendomsrecht heeft, de een boven de ander, op iets van welke naam dan ook, en dat als het in twijfel zou komen, we de prioriteit erin zouden moeten hebben , die de steiger van zijn eigen hout bouwde. Maar hoe dan ook, er werd fel tegen me gediscussieerd, en uiteindelijk om geen andere reden dan dat ik een Finse koppigheid had en nergens mijn weg in kon vinden. Ik vond het de moeite niet meer waard om hier nog woorden over te wisselen, maar gaf de heer A. … * het recht met een toon en de mijne die hem veel meer boos maakte dan welke weerlegging dan ook. Het lijkt mij echter onbegrijpelijk dat mensen zoveel zelfgenoegzaamheid tonen en altijd zo geneigd zijn te tonen aan de vijand van de natie.

Pag. 171

Denna assemblé har mångas, ja, de flestas af adeln högsta afund. Ingen adelsman var heller närvarande utom revisionskammarrådet Fahnehjelm. General Meijerfelt har varit ganska förtörnad öfver denna tillställning och var på vägen att förbjuda densamma, åtminstone att dissippera den. Men sedan konungen ankom, lät han därvid bero. General Klingspor, såsom hofkarl, hade härvid intet att påminna; han har ock nämnt om denna högtidlighet för konungen, som svarat, att de kunde roa sig, och det vore ej ondt däri, dock finge de ej dansa.

Deze bijeenkomst heeft de hoogste afgunst van velen, ja, de meeste van de adel. Er was ook geen edelman aanwezig behalve Fahnehjelm, raadslid van de Rekenkamer. Generaal Meijerfelt was behoorlijk verontwaardigd over deze gebeurtenis en stond op het punt het te verbieden, althans te verdrijven. Maar toen de koning arriveerde, liet hij het begaan. Generaal Klingspor had hier als hoveling niets aan te merken; hij maakte ook melding van deze plechtigheid aan de koning, die antwoordde dat ze zich konden vermaken en dat het geen kwaad kon, maar ze mochten niet dansen.

Pag. 179

Den 27 april. Några viktiga krigsrörelser äro å bane, men ingen vet hvart ut. Gen. Meijerfelt morrar däröfver, att planerna för honom förtigas. Emellertid är konungen outtröttlig och vakande; han har ej annat hus att bo uti än sin vagn; den är hans matsal, hans kabinett och lians sofkammare. Hvar äro nu de belackare, som utspridt, det han ej kunde lefva utom läckerhet och veklighet!

(…)

Den 2 maj. I dag har generalen Meijerfelt fått bref ifrån Kongl. Ma:jt af innehåll, det, sedan konungen med 3,000 man om aftonen den 28 ankommit till P[y]örilä och därstädes efter ett kort fäktande bortdrifvit en rysk postering utan ringaste förlust på vår sida, (har) han fortsatt marschen till Valkiala kyrkby, där fienden af våra på ryggen angripits kort efter midnatten. Elden på fiendens sida har varit ganska stark, men efter par timmars tid 180 1790, maj.

27 april. Enkele belangrijke oorlogsbewegingen zijn onderweg, maar niemand weet waarheen. Gen. Meijerfelt gromt dat de plannen voor hem geheim worden gehouden. De koning is echter onvermoeibaar en waakzaam; hij heeft geen ander huis om in te wonen dan zijn rijtuig; het is zijn eetkamer, zijn kast en Lia’s slaapkamer. Waar zijn nu de tegenstanders, die verspreidden dat hij niet kon leven zonder delicatesse en lekkernij!

(…)

2 mei. Generaal Meijerfelt heeft vandaag een brief ontvangen van Kongl. Ma:jt van tevredenheid, dat, aangezien de koning met 3000 man op de avond van de 28e in P[y]örilä arriveerde en daar na een korte schermutseling zonder het minste verlies aan onze zijde een Russische post verliet, (is) doorgegaan met de mars naar het kerkdorp Valkiala, waar de vijand van ons in de rug kort na middernacht werd aangevallen. Het vuur aan de zijde van de vijand is behoorlijk sterk geweest, maar na een paar uur 180 1790, mei.

Pag. 194-195

Den 21 maj. Den 19 har varit ett starkt och blodigt fäktande emellan ryssarna och våra vid Keltis. Ryssarna hade försökt att bryta sig där in i landet, men blifvit af generalmajoren Pauli behörigen bemötta och tillrygga- slagna med mycken förlust. Vi hafva äfven förlorat nog folk och fått flere officerare skjutna och blesserade, men också har segern blifvit vår. Ryssarna hafva gifvit vika, och de våra hafva förföljt dem 3/4 mil in i deras eget land, där de nu ligga. General von Plåten har äfven samma dag blodigt luggat ryssen emellan Korrois och Villikkala samt drifvit dem till rygga, sedan de å nyo öfverkommit vid Anjala. Generalen Meijerfelt lär gå på i dag vid Abborsfors. Gud gifve lycka!

De 21 mei. De 19e was een hevig en bloedig gevecht tussen de Russen en de onze bij Keltis. De Russen hadden geprobeerd daar het land binnen te komen, maar werden netjes opgewacht door generaal-majoor Pauli en met zware verliezen teruggeslagen. We hebben ook genoeg mensen verloren en verschillende officieren werden neergeschoten en gewond, maar de overwinning was ook voor ons. De Russen hebben gezwicht en de onze hebben hen driekwart mijl achtervolgd naar hun eigen land, waar ze nu liggen. Generaal von Plåten liet op dezelfde dag ook de Russen bebloeden tussen Korrois en Villikkala en dreef hen naar achteren, nadat ze bij Anjala opnieuw waren overgestoken. Generaal Meijerfelt leert vandaag bij Abborsfors. God gaf geluk!

Pag. 206

4 juni 1790. Ifrån gränsen ankom den nyheten, att generalen Meijerfelt i går gått öfver strömmen vid Abborfors utan något särdeles motstånd. Han skall numera ligga med sina trupper vid Pyttis kyrka,

Pag. 219-220

27 juni 1790, kl. 9 om aftonen fick man genom en kurir den underrättelsen, att general Meijerfelt fått bref ifrån konungen genom en bonde. Konungen mår väl, trupperna äfven, konungen kamperar, och ordres äro gifna till ge- neralerna; men hvad de innehålla, är ej bekant.
Denna nyhet tröstade de klenmodiga och gjorde de storpratiga något nedslagna. Kuriren reste till Stockholm.
Den 28 [juni]. General Meijerfelt har nu inne Högfors och tänker fullfölja sin marsch till Summa, där ryssarna skola förskansat sig nog starkt. Husarerna, som Meijerfelt har med sig, visa många prof af deras skicklighet. Bland annat berättas, att en husar ridit ut på fältet ensam i öppna siktet för en hel corps kossacker. Dessa utsända en af sina kamrater, som skulle möta husaren; de nalkas hvarandra, kossacken brukade sitt kastspjut, husaren parerade stöten, gaf hästen sporrarna och red kossack och häst öfver ända; med ett hugg klöf [han] hufvudet på honom i tu, ifrån hjässan till halsgropen, och återkom sedan segrande.

27 juni 1790, om 9 uur ’s avonds kregen ze via een koerier het bericht dat generaal Meijerfelt via een boer een brief van de koning had ontvangen. De koning maakt het goed, de troepen ook, de koning legert zich en de generaals krijgen orders; maar wat ze bevatten is niet bekend. Dit nieuws troostte de neerslachtigen en enigszins neerslachtig de spraakzaam. De koerier reisde naar Stockholm. Op 28 [juni]. Generaal Meijerfelt is nu in Högfors en is van plan zijn mars naar Summa voort te zetten, waar de Russen zich sterk genoeg zullen verschansen. De huzaren, die Meijerfelt meebrengt, tonen vele bewijzen van hun vaardigheid. Er wordt onder andere gezegd dat een huzaar alleen het veld in reed in het volle zicht van een heel korps Kozakken. Deze zonden een van hun kameraden uit, die de huzaar zou ontmoeten; ze naderden elkaar, de Kozak gebruikte zijn werpspeer, de huzaar pareerde de slag, gaf het paard de sporen en reed Kozak en paard over het uiteinde; met één klap [hij] spleet hij zijn hoofd in tweeën, van de bovenkant van het hoofd tot de nek, en keerde toen zegevierend terug.

Pag. 231

Pag. 238

Skulle generalen Meijerfelt vela röra sig, så hade vi ändå något godt att hoppas, ty efter all utsikt och därest han skulle avancera till Summa, så vore väg för honom öppen att med starka detachement framtränga till Liikala och därifrån direkte till Anjala för att gripa ryssarna därstädes i ryggen, hvilka, och då de efter signal af Meijerfelt blifvit af gen. von Plåten först angripna i fronten, nödvändigt skulle blifva med alla deras kanoner de svenskas rof. Men nu ser man öfverallt en inaktivitet, som är otrolig, och det enda man med visshet vet är, att ett förskräckligt .knorr och mummel öfver allting stundligen underblåses.

Mocht generaal Meijerfelt zich willen verplaatsen, dan hadden we nog iets te hopen, want na al het vooruitzicht en dan zou hij oprukken naar Summa, zou de weg voor hem openstaan ​​om met sterke detachementen op te trekken naar Liikala en vandaar rechtstreeks naar Anjala om de Russen daar achterin, die, en toen ze, na een signaal van Meijerfelt van gen. von Plåten eerst aan het front aanviel, zou met al hun kanonnen de Zweedse rof nodig zijn. Maar nu zie je overal een inactiviteit, wat ongelooflijk is, en het enige dat je zeker weet is dat er van tijd tot tijd een verschrikkelijk gegrom en gemopper over alles dat wordt aangewakkerd.

Mogelijk gemaakt door WordPress