Een belangrijke aanleiding tot de verhuizing naar Rotterdam is de inlijving van het Koninkrijk Holland bij het Franse keizerrijk. Het hangt al maanden in de lucht sinds de Britse inval op Walcheren. Na de molestatie van een dronken koetsier van de Franse ambassadeur door zeven even dronken Amsterdammers in mei 1810 ontsteekt de keizer in woede, dwingt zijn broer tot aftreden en lijft het resterende deel van Nederland op 9 juli 1810 in. Franse douaniers zwermen uit over de Nederlandse havens om de Engelse aanpak te kopiëren: zij leggen beslag op schepen die een Engelse haven hebben aangedaan, ook als ze slechts vers water hebben ingenomen. De Hollandse handelsvaart en economie storten verder in, maar de smokkel en het anti-Franse sentiment tieren welig. Alleen Rotterdam heeft nog een beetje handel met het achterland.
Spotprent op Franse douaniers, 1813
Een andere reden voor de verhuizing is dat Pieter Ziervogel in Rotterdam is neergestreken. Hij is adjudant van vice-admiralen en wordt ‘Capitaine de Haut Bord’ in de keizerlijke marine. Na zijn terugkeer uit Bergen was hij in Rotterdam inspecteur van de scheepsartillerie geworden, maar in 1802 naar Trondheim teruggegaan om met de dochter van een Deense vice-admiraal te trouwen. In Duinkerken werd hij chef van een Hollands flottielje platbodems, kreeg daar kinderen en had twee keer een succesvol treffen met de Engelse admiraal Sidney Smith. Op eigen verzoek kreeg hij in 1807 ontslag uit Zweedse dienst en onderscheidde en bevorderde Lodewijk Napoleon hem. In 1808 woonde hij in de Nieuwehaven van Rotterdam, kreeg nog een kind en liet ze allemaal Luthers dopen.
De verhuizing naar Rotterdam helpt Johan August niet te ontsnappen aan Franse regels. De werving maakt plaats voor een maritieme inscriptie. Elke man met het beroep van visser of zeeman van de leeftijd van 25 tot en met 49 jaar moet zich registreren. Hij kan hieraan ontsnappen door zijn flatteuze leeftijd bij zijn huwelijk te corrigeren naar zijn werkelijke 50-jarige leeftijd. Dat doet hij weliswaar niet, maar hij wordt ook niet opgeroepen om in het Franse leger dienst te doen. In 1811 staat hij alleen maar op de Liste Civique van de Mairie Rotterdam van het Departement Monden van de Maas: Jacobus Augustus van Meyenveld, arsenaalkanonnier, artilleriste au magasin, 43 jaar oud. (1)
1. Stadarchief Rotterdam, Liste Civique 1811, kaart 35, folio 090.