2.3.1. Onder de keizer

Voor of na de inlijving van Nederland bij het Franse keizerrijk op 9 juli 1810 verhuist Johan August met vrouw Cato, zoon Jan en schoonouders van Amsterdam naar Rotterdam. De belangrijkste initiatiefnemer kan wel eens Hendrik Pieplo zijn, omdat het Continentaal Stelsel nog verder is aangescherpt. Franse douaniers zwermen uit over de Nederlandse havens. Schepen worden in beslag genomen als ze een Engelse haven hebben aangedaan, ook als ze slechts vers water hebben ingenomen. De handelsvaart en economie storten in, maar de smokkel en het anti-Franse sentiment tieren welig. Alleen Rotterdam heeft nog een beetje handel met het achterland.

De familie huurt een huis aan de Vest L 686, tussen Achter ’t Klooster en het Hofje Zorg en Vlijt, later omgedoopt tot Kipstraat. (1) De wijk ligt in de noordelijkste punt van de oude stadsdriehoek, binnen de Stadsvest, de gracht die Rotterdam in een wijde bocht ten noorden van de Maas begrenst. Het huis is slechts 32 mvoor vier volwassen personen en een baby. Eigenaar is Caspar de Graaff, rentenier in Rotterdam.

De Franse wetten gaan gelden en dus wordt de dienstplicht alsnog ingevoerd. De 50-jarige Johan August kan hieraan ontkomen, omdat bij de marine de maximale leeftijd voor inscriptie op 49 jaar is gesteld. Bij zijn huwelijk had hij zich 9 jaar jonger voorgedaan dan hij werkelijk was. In plaats van dit op te biechten belandt hij toch in dienst van de Keizerlijke Marine. In elk geval gaat jij het water niet meer op. Tijdens zijn twee grote tochten en alle manoeuvres voor de kust zijn alle kanonschoten die hij gelost heeft bedoeld als groet of sein, nooit om kogels op de vijand te vuren. Hij duikelt in rang dan ook van commandeur naar arsenaalkanonnier en gaat aan wal dienstdoen in de Nieuwehaven. (2)

In Rotterdam wordt op 17 oktober 1810 uit het huwelijk een tweede zoon geboren met de namen Hendrik Johann, vernoemd naar zijn grootvader Hendrik Pieplo. De grootouders zijn dan ook getuige bij de doop op 20 oktober. Deze vindt in de Evangelisch-Luthers kerk plaats.

In Rotterdam wordt op 13 juli 1812 een dochter geboren met de naam Anthonetta. Bij de gemeentelijke aangifte een dag later is grootvader Hendrik Pieplo getuige. Johan August heeft alsnog ingezien dat het beter is zijn werkelijk leeftijd te laten registreren: 52 jaar. Bij de kerkelijke doop drie dagen later door dominee Sander in de Evangelisch-Lutherse Kerk zijn twee andere getuigen: Johann August von Meijenfeldt en Anthonetta Sparre geh. von Meijenfeldt. Anthonetta zal geen twee jaar oud en overlijdt 12 juni 1814.

Na de Volkerenslag van Leipzig van oktober 1813 herstellen de geallieerden op het grondgebied van de oude Republiek het Soeverein Vorstendom der Verenigde Nederlanden. De Fransen vertrekken de volgende maand overhaast uit Rotterdam. In december verwelkomen de bevolking en het snel opgerichte Provisioneel Bestuur onder oud-burgemeester J.F. van Hogendorp – zijn neef zit in Den Haag – enthousiast de in alle opzichten kleurrijke kozakken onder kolonel Naryshkin, kort daarop de tsaristische troepen onder graaf von Benkendorff en daarna nog wat Pruisische bataljons. De Erfprins van Oranje is inmiddels geland en komt na de inhuldiging in Amsterdam op 9 december naar Rotterdam om samen met de Russische graaf zijn inhuldigingstocht naar ’s Lands Werf te houden en in het hotel te dineren. Zowel de kozakken als de bevolking grijpen wat zij kunnen, maar na de jaarwisseling vertrekken de troepen de Fransen achterna en keert de rust weer. In 1814 verschijnt een grondwet en volgt geleidelijk de toevoeging van de Zuidelijke Nederlanden totdat in maart 1815 het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden wordt gesticht.

Johan August werkt in de jaren 1814 en 1815 als kanonnier en commandant op het Geschutswerf. Hij behoort tot de losse werklieden  voor 1½ gulden per dag. Desalniettemin werkt hij die periode alle dagen van de week behalve zondag en neemt geen vakantiedagen. Het gezin breidt uit met een zoon Carl op 13 april 1815. Twee dagen later vindt de aangifte bij de gemeente plaats en de doop door de lutherse dominee Sander. Doopgetuigen zijn Juliana von Meijenfeldt gehuwd Thielo en Friedrich Thielo.

Terug   ***   Verder

1. Vanaf hier worden gebouwen, straten en kadastrale percelen in de Rotterdamse binnenstad genoemd, die door één Duits bombardement van maar een kwartier op 14 mei 1940 op de burgerbevolking niet meer bestaan.
2. Stadsarchief Rotterdam, Liste Civique (burgerlijst, eigenlijk alleen van weerbare mannen) 1811: Jacobus Augustus van Meyenveld,
arsenaalkanonnier, artilleriste au magasin, 43 jaar oud, kaart 35, folio 090. 
3. De adressen zijn te vinden in de gemeentelijke doopaangiften. De gegevens over ligging, omvang en eigendom zijn te vinden in de oudste kadastrale kaart van 1832 via HisGIS Rotterdam.