De stamvader van de Nederlandse familie is Johan August von Meijenfeldt.
Geboren en getogen in Stralsund
Hij is geboren en getogen in Stralsund, de toenmalige hoofdstad van Zweeds-Pommeren. Zoon Carl schrijft dit in zijn brief naar Helsingfors en het staat in de Nederlandse kerkboeken en betaalsrollen (‘Straalsond’). Dit kan betekenen de Altstadt, maar ook de omstreken. In de Kirchebuchkartei van de dopen in alle kerken in de Altstadt en kerkboeken in de omstreken is zijn naam niet te vinden.
Het geboortejaar van Johan August is 1760. Dat staat opnieuw in de brief van Carl. Een precieze datum noemt hij niet. Carl en zijn broers en zussen schrijven een “Heilwensch” op de verjaardag van hun vader, helaas eveneens zonder datum:
Heilwensch kinderen vanwege verjaardag J.A. von Meijenfeldt
Geboorteakten voor de militaire dienst en huwelijken hoeven pas na de invoering van de Burgerlijke Stand in 1811 overgelegd te worden. Van Johan August staat daardoor uitsluitend de door hem zelf opgegeven leeftijd in de Nederlandse kerkboeken en betaalsrollen, zonder geboortedatum. Uit de eerder behandelde DTB-gegevens in Nederland is toch wel een preciezere geboortedatum te reconstrueren:
DOCUMENT | GEBOORTEDATUM |
|||
Inhoud | Datum | Opgegeven leeftijd |
Minimaal | Maximaal |
Ondertrouw C.M. Pieploo | 04-12-1807 | 38 jaar | 05-12-1768 | 03-12-1769 |
Doop Antonetta | 14-07-1812 | 52 jaar | 15-07-1759 | 13-07-1760 |
Overlijden Antonetta | 14-06-1814 | 52 jaar | 15-06-1761 | 13-06-1762 |
Overlijden Antonetta Juliana | 07-01-1828 | 59 jaar | 08-01-1768 | 06-01-1769 |
Overlijden Johan August | 02-06-1835 | 74 jaar | 03-06-1760 | 01-06-1761 |
Uit de leeftijden die de stamvader en zijn zoon Carl opgeven is te destilleren dat Johan August tussen 3 juni en 13 juli 1760 geboren is.
Carl schrijft in zijn brief naar Helsingfors dat zijn vader de eerste 20 jaar van zijn leven in Stralsund woont. Over zijn opvoeding of opleiding tussen 1760 en 1780 is niets gevonden. Gelet op zijn latere beroep in Nederland is vermeldenswaard dat in zijn jeugd enorme eiken en dennen worden gekapt voor de scheepsbouw in Bassendorf (4 km ten noorden van Nehringen). De rivier de Trebel wordt bevaarbaar gemaakt om daar in opdracht van de havensteden Stralsund en Barth 17 grote schepen te bouwen en zuidoostwaarts via de Peene onder Greifswald in de Oostzee te laten uitkomen. Het is goed denkbaar dat hij bij de bouw betrokken is en na zijn twintigste verjaardag op één van de schepen de Oostzee uit vaart. (1)
Franse dienst
Stamvader Johan August von Meijenfeldt treedt in 1780 in Franse dienst. Dat schrijft zijn zoom Carl in zijn brief naar Helsingfors. Militaire dienst, zal hij hoogstwaarschijnlijk bedoeld hebben. Gelet op de latere loopbaan van Johan August ligt het voor de hand eerst naar de marine te kijken. In Pommeren bloeit op dat moment de economie en het leger vooral dankzij de zeevaart (havens, scheepsbouw, bemanning) onder neutrale Zweedse bescherming. Buitenlandse mogendheden doen Stralsund en Barth veelvuldig aan om zich te versterken met Pommerse schepen en bemanning. (2)
Oorlogsschepen moeten in de registers van nationale marines gezocht worden, niet in de tolregisters. Bij de Sonttol hoefde alleen tol voor handelswaar betaald te worden. In de Franse marine archieven is de naam van Johan August niet gevonden, maar bedacht moet worden dat daarin alleen officieren staan. (3)
Het is niet uit te sluiten dat Johan August op een kaperschip aanmonstert. Franse kapiteins uit Duinkerken voeren nogal eens het bevel op kaperschepen uit de Oostzee – onder andere Stralsund – en laten zich inhuren door de Republiek om Engelse schepen te kapen. (4)
Door al deze verwikkelingen kan Johan August dus ook in Nederland terecht zijn gekomen en achtergebleven. De archieven van de Nederlandse landmacht bevestigen dit niet. Of hij Revolutionair, Patriot of Oranjegezind is doet vermoedelijk niet ter zake: hij neemt dienst waar geld te verdienen is. Op datzelfde moment kiest de graaf in Zweden vóór Gustaaf III en tegen de Patriotten in Zweden. Hij speelt zelfs een beslissende rol in het neerslaan van hun opstand in Finland. Een directe mogelijkheid van overgang van Franse in Nederlandse dienst is de “Expeditie op de Schelde”. Op 21 november 1792 vaart een Frans escadrille weg van Duinkerken de Westerschelde op, om de door de Oostenrijkers verdedigde citadel van Antwerpen over water in te sluiten. Nederland verbiedt de doorvaart met een beroep op de in 1648 afgesproken blokkade van de Schelde, maar het revolutionaire Frankrijk doet een beroep op het natuurrecht van vrij gebruik van internationale rivieren. De onderhandelingen leiden tot niets en al op 1 december vaart de escadrille de Westerschelde verder op, hoewel de Oostenrijkers zich al aan de Franse grondtroepen hebben overgegeven. Onder Murray schieten zes Britse schepen Nederland te hulp bij het tegenhouden van andere buitenlandse schepen. De radicale revolutionairen in Frankrijk onthoofden Lodewijk XVI op 21 januari 1793 en verklaren de oorlog aan de Engelse koning en prins Willem V van Oranje op 1 februari. De laatste besluit het op de Schelde liggende Franse escadrille aan te pakken. In de nacht van 20 op 21 maart roeit een zevental Nederlandse sloepen naar de voor anker liggende Franse kanonneerboot St. Lucie onder scheepsvaandrig Jean-Joseph Castagnier en een gaffelschip. Ondanks een zwaar Frans bombardement vanaf de forten Lillo en Liefkenshoek weet luitenant Wolterbeek de schepen te veroveren en naar Vlissingen te voeren met 57 gevangenen. De Nederlanders oefenen met de 14 buitgemaakte kanonnen. Zou Johan August tot de 57 Franse krijgsgevangenen hebben behoord en geeft hij instructies over het geschut? Dat zou zijn succesvolle aanmonstering bij de Amsterdamse Admiraliteit twee maanden later wel verklaren.
In de brief van Carl staat eerst de Franse en daarna de Nederlandse periode. Wisselt hij de perioden misschien om en doelt hij met Franse dienst op de Napoleontische tijd? In 1805 veroveren Franse en Hollandse veldtroepen Stralsund. De Bataafse Republiek wordt een jaar later zelfs Koninkrijk Holland en een Franse satellietstaat. Dat vindt allemaal plaats vóór Carl’s geboorte. In dat geval komt dan wel de vraag naar boven wat Johan August tussen 1780 en 1793 in Nederland heeft gedaan.
De hierna volgende paragrafen betreffen de aanmonstering van Johan August von Meijenfeldt bij de Admiraliteit van Amsterdam en zijn eerste jarenlange reis naar Paramaribo. Eenmaal terug wordt zijn eerste kind Wilhelmina geboren. Zijn tweede grote reis gaat naar Saint-Domingue. Hij leeft een tijdje in Nijkerk voordat hij in Amsterdam trouwt met Catharina Margaretha Pieploo. Met haar start hij een gezin in Rotterdam. Daar verwerft hij een eigen huis. Aan het einde van zijn leven ziet hij zijn gezin verkleinen.
1. “Bassendorfer Schiffe und ihre Fahrte”, Ostseezeitung.
2. M. Russel, “Swedish Pomeranian Shipping in the Revolutionary Age (1776–1815)”, Deutsche Forschungsgemeinschaft, projekt “Risikozähmung in der Vormoderne”, Ruhr Universität Bochum, Forum Navale 2012, pag. 65-103.
3. Brieven van Frits (Nk.3) aan Govert von Meijenfeldt (Na.4), ‘s-Gravenhage 18 november 1934 [CG-024] en van de Conservateur-Général Centre d’accueil et de recherche des Archives nationales (CARAN) van het Ministère de la Culture et de la Francophonie aan Hans von Meijenfeldt (Na.41) [CH-262].
4. J.E. Korteweg, “Kaperbloed en koopmansgeest. ‘Legale zeeroof’ door de eeuwen heen”, Amsterdam 2006, pag. 260, en correspondentie met haar [CH-429]. Zie ook de correspondentie zonder resultaat met de Franse maritiem historicus Roberto Barazzutti [CH-431].