1.1.7. Wolmar, stadhouder over Padis

Wolmar Meijer is de zoon van Heinrich Meijer en Magdalena von Wrangel.

De bron die meldt dat hij trouwt met Anna von Taube, dochter van Johann von Uexküll uit Koski en Barbara von Anrep corrigeert zichzelf met Margaretha von Bremen, dochter van Tuve von Bremen uit Engdes (Äntu, 25 km ten zuiden van Rakvere, Estland) en Margaretha von Taube, niet uit het huis Fierenhof maar Maidel (Maida bij Rapla, Estland). (1) Een andere bron bevestigt de gecorrigeerde naam en ouders, waarbij de jaartallen 1540 en 1554 worden genoemd. (2)

Bremen-nieuwWapenschild von Bremen

Het wapen von Bremen voert drie staande sleutels op een azuren balk in een zilveren veld.

Uit het huwelijk van Wolmar en Margarethe is een zoon Johann Meijer bekend.

Wolmar is in 1592 en 1599 stadhou­der over het gebied van het abdijslot Padis, 50 km westelijk van Reval (Tallinn). Vanaf hun komst in 1561 was het slot in handen van de Zweden. Na een bezetting van 6.000 Russen tussen 1576 en 1580 was er na de herovering weinig meer over van de slotmuren en was de religieuze en militaire betekenis verdwenen.

Noordvleugel Padis abdijslot

Plattegrond Padis abdijslot
1 centrale binnenplaats, 2 woontoren, 3 verdedigingstoren, 4 kapel, 5 eetzaal,
6 kapittelzaal, 7 sacristie, 8 kerk, 9 kelder waterput, 10 westelijker binnenplaats,
11 torenpoort, 12 noordelijke binnenplaats en 13 toegangspoort

 

Alle Estlandse bezittingen van de Orde, Bisschoppen en gevluchte adel komen in Zweedse handen. De Duitse landadel krijgt om economische redenen zijn private landgoederen terug en de 40% overige gebieden komen door koop of erfpacht in handen van Zweedse hoogadellijke families als De la Gardie en Oxenstierna, die de inkomsten, oogsten en grondstoffen naar Zweden verschepen. De periode vanaf 1582 is vreedzaam en leidt tot wederopbouw. Daarbij helpt dat Sigismund van zowel Polen als Zweden koning is. Vanaf 1599 neemt zijn oom hertog Karel de macht over in Zweden, arriveert een jaar later met een invasiemacht in Reval en doet het jaar daarop een inval in Lijfland. Het verraste Polen pleegt vanuit het zuiden een tegeninval. Na een heen en weer golvende oorlog wordt kort na de troonsbestijging door Karel’s zoon Gustaaf II Adolf in 1612 een wapenstilstand gesloten.

De afloop van het stadhouderschap van Wolmar in 1599 ligt aan het begin van de oorlog in Lijfland. Omdat de Meijers en de Estlandse ridderschap eerder de Zweden boven de Polen verkozen, zal Wolmar loyaal aan Karel IX, de nieuwe Hertog van Estland, zijn geweest.

Terug   ***   Verder

1. A.A. von Stiernman, “Sveacia Illustris. Slägttaflor öfver de på Svenska Riddarhuset until år …. introducerade ätter i alfabetisk ordning”, Uppsala Universitätsbibliotek, Handskrifter, X 18 del M-O, Mejerfelt.
2. O.M. von Stackelberg, “Genealogisches Handbuch der estländischen Ritterschaft”, Görlitz 1931, deel 1, pag. 6. Bij de vader staat Tuve VIII en de voornaam van de moeder is Magdalena.