Titel: Frijherre Bref för General Major Johan August Mejerfeldt
Plaats en datum: Rawicz, 12 juli 1705
Verleend door: Karel XII, koning der Zweden
Vindplaats: Riksarkivet Stockholm, Riksregistraturet [DZ/RA/2]
Dankzij zijn vader was Johan August sr in 1674 – op zijn 10de levensjaar – adelsman, jonkheer of jonker geworden. Nu werd hij verhoogd tot vrijheer of baron. Zijn broer Wolmar Johan wordt in de brief mee opgenomen.
Omdat het Zweedse leger op veldtocht in Polen is, vindt de plechtigheid daar ook plaats. Het Zweedse Hof te velde bevindt zich die zomer in Rawicz, dicht bij de grens met Silezië. Het netschrift van de brief en de tekening van het wapen zijn dan blijkbaar niet af, want onder het bewaard gebleven concept van de brief staat doorgestreept Blonie 7 september 1705. Na Rawicz is Blonie ook lange tijd het Zweedse Hof te velde. Het concept van de brief is getekend door Rijkskanselier Carl Piper (later zijn zwager) en hij heeft tal van verbeteringen in de brief aangebracht, waaronder met terugwerkende kracht de juiste plaats en datum van de plechtigheid.
De baronnenbrief telt 18 bladzijden, begint met een algemene inleiding over het belang dat de koning hecht aan trouwe officieren, noemt dan Meijerfeldt, somt vervolgens zijn opvallende krijgsverrichtingen op (waarop de eerste hoofdstukken deels gebaseerd zijn) en beschrijft tenslotte zijn nieuwe wapen.