Pfalzgrafen

In de oostelijke Eifel, tussen de Moezel die bij Koblenz in de Rijn stroomt en de Nette die even verderop via de stad Mayen in dezelfde rivier uitkomt, ligt het mooie en vruchtbare gebied Maifeld (voorheen Mayenfeld). Centrum van het gebied is het stadje Münstermaifeld met 1700 inwoners. De Kelten gebruiken het gebied al voor de landbouw, omdat er geen bos op staat. Als de Franken vanuit het westen het gebied op de Romeinen veroveren en de Merowingentijd een aanvang neemt, noemen zij het gebied Meinefelt of Meinvelt.

De keizer van het Heilige Roomse Rijk stelt een paltsgraaf (een graaf met regeringsbevoegdheid) aan het hoofd van dit gebied, dat na het vertikale splitsing van het rijk van Karel de Grote behoort tot Neder-Lotharingen (met Nederland, België en Luxemburg). In 1080 gaat het graafschap over van het gebied van Mainz naar dat van Trier. In de dertiende eeuw verkrijgt Münstermaifeld stadsrechten.

Siegfried is de eerst bekende Pfalzgraf von Mayenfeld. Hij leeft in de achtste eeuw en is bezitter van de hooggelegen Genovevaburg in de stad Mayen boven de Rijn. De burcht is vernoemd naar zijn vrouw Geneviève, de dochter van de Hertog van Brabant. De volgende bekende legende (inclusief enkele variaties) van een Laacher monnik uit de 15e eeuw gaat over dit paar.

Siegfried trekt aan de zijde van Karel Martel ten strijde tegen de Saracenen (Moren die over de Pyreneëen zijn binnengevallen). Hij vertrouwt de zorgen voor zijn vrouw toe aan zijn vriend en hofmeester Golo. Deze is echter verliefd op haar, doet haar een bekentenis en vervalst een brief waarin staat dat Siegfried met zijn mannen is verdronken. Geneviève wijst hem echter resoluut af.

Golo wordt door de ferme afwijzing bang wat ze aan haar man zal zeggen. Als hij hoort dat Siegfried in Straatsburg herstelt van een ernstige oorlogswond, laat hij snel een bericht uitgaan of gaat er zelf naar toe, met de boodschap dat Geneviève overspel pleegde met en zwanger raakte van de kok, welke inmiddels is weggestuurd of ter dood gebacht. Al dan niet op instigatie van haar man wordt Geneviève in de toren dan wel kerker van het slot opgesloten.

Alleen bijgestaan door een oude wasvrouw baart zij daar een zoon met de naam Benoni of Tristan, die Siegfried zonder dat zelf te weten de nacht voor zijn vertrek had verwekt. Er is sprake van een (omgekochte) tovenares of Golo’s moeder, die influistert om vrouw en baby te laten ombrengen. De jagers die dit moeten uitvoeren krijgen medelijden of willen geen bloed aan hun handen. Zij laten Geneviève met haar baby achter in het woud bij de steengroeve van Nieder-Mendig, 5 kilometer verderop. Zij snijden een hondentong af als bewijs dat zij Geneviève hebben omgebracht.

Siegfried is ontroostbaar over het verdwijnen van zijn vrouw en verdrijft zijn tijd met de jacht. In de achtervolging van een tam hert met een crucifix op zijn kop komt de graaf na zes jaar en drie maanden (6 januari 737) naar de steengroeve. Daar ziet hij Geneviève en haar kind. Zij hebben geen kleren meer, maar het lange haar van Geneviève heeft hen beschermd tegen de kou. Zij hebben geleefd van wortels en bessen en van de melk van het eerdergenoemde hert (dat eigenlijk de heilige Maria is). Nadat hij doorheeft c.q. hem wordt verteld wie hij voor zich heeft, stort Siegfried berouwvol ter aarde en smeekt zijn vrouw met zijn zoon naar huis terug te keren. Zij vergeeft hem.

Tijdens haar leven wordt geneviève al als een heilige vereerd. Na haar dood kort daarop zoeken velen genezing of troost bij haar graf of bij de kapel Fraukirch die Siegfried op haar verzoek bij de groeve laat bouwen. Ondanks de smeekbeden van zijn vrouw laat hij Golo door ossen in vieren trekken en smijt diens lichaamsdelen van de Krahnenberg in de Rijn. Op de plek waar ze terechtkomen woelt het water nu nog jaarlijks op.

Deze legende heeft door de eeuwen heen gediend tot inspiratie van muziek (Schuman), schilderkunst (Schopin) en literatuur (Hebbel, Streuvels). Hieronder staan enkele voorbeelden:

Geneviève de Brabant et son fils retrouvé dans les bois par son mari le comte Siffrey de Mayenfeld
Frédéric-Henri Schopin, Lübeck 1804 – Montingny-sur-Loing 1880.

Daar was een edel palsgravin,
den graaf die stond in haren zin.
Maar die haar deugd benijdde,
’t was Gollo, die uit geile min
haar meende te verleiden
Openingcouplet van het lied “Van Genoveva”, opgetekend in Olmen door S. van Loock,
opgenomen in H. Boone, “Traditionele Vlaamse volksliederen en dansen”, Leuven 2003

Rozenhoeddansen

Geneviève de Brabant
Franse volksprent uit de negentiende eeuw
Museum voor Volkskunde Antwerpen

De volgende Pfaltzgrafen von Mayenfeld zijn bekend: (1) (2)
Meingaud of Megingoz, Pfalzgraf 888, † (vermoord) 892, vader Walahon, zoon:
Meingaud.
Burchard, 905 Pfaltzgraf, ∞ Gisèle (weduwe van de eerste Meingaud).
Eberhard II, * Lahn 885/890/893, † 944, zoon van Eberhard I (hertog van Nieder-Lahngau) en Wiltrud Amalrada von Ringleheim, afstammelingen van de Frankische koning Konrad, 905 Pfaltzgraf, ∞ Mathilde danwel dochter van Adalbert I marquesse van Ivrea, dan wel Swanila von Bayern, dochter van Arnoul hertog von Bayern en Judith von Regensbourg, zes kinderen: vier zoons:, , en twee dochters: